vrijdag 6 juni 2008

Hanzefietstocht (3) - Westwaarts


2 juli 2007 raakt na onze passage de spoorbrug tussen Nijmegen en Deventer defect. Wij halen onze internationale trein naar Berlijn wel en zetten 's-avonds onze tent op in de buurt van Frankfurt an der Oder. En worden geconfronteerd met een verschijnsel dat ons bijna de hele vakantieperiode zal blijven achtervolgen: wij lijken de enigen die 's-nachts willen slapen.
In tegenstelling tot beweringen van vorig jaar blijkt het tweetalige F/O ons wel een dag te kunnen boeien; de Frankfurters die we spreken zijn allen eigenlijk trots op hun stad en ons inziens niet ten onrechte. Het verschil met Polen is hier nogal groot.
Na Frankfurt trekken we verder langs een snoer van steden die alle boeiend een eigen verhaal vertellen: Brandenburg, met uiterst mooie kerken, de rest bijna jammerlijk van ellende. Tangermünde, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan (maar niet echt, we zagen foto's van voor de Wende ..)en als laatste Oostduitse plaats, Magdeburg dat al sinds 1956 wordt gerestaureerd en waar we een paar dagen blijven hangen, samen met vrienden. Hier wordt het oude havengebied bijna als een industrieel museum herbouwd: aanbevelenswaardig. Ook in het vervolg van de route rijgen de Hanzesteden zich aaneen: in Braunschweig hebben we duidelijk het verval achter ons gelaten, Hildesheim houdt ons een dag vast, Hamelen, waar werkelijk alles om de Rattenvanger is gesitueerd, Lemgo, waar we in de avondzon op een verstild plein van het fraaie marktplein genieten en Paderborn, waar het water uit de hoger gelegen gebieden weer naar de oppervlakte wordt gedwongen. Hierna komt een van de mooiste fietsstukjes van dit deel van de route: de beekdalen van de Alme en de Möhne. Door naar Soest, stad van talloze glas-in-loodramen en uiteindelijk Keulen. Ook hier weer een dag langs de Rijn flaneren. Door naar huis en , traditiegewijze, fietspanne. Het lager van mijn trapas begeeft het tijdens het fietsen langs de Rur. Station Roermond had geen 500 meter verder weg moeten liggen: met de trein naar 's-Hertogenbosch en te voet naar huis.
Het einde van een indrukwekkende route: een mooie fietstocht die de geschiedenis, zowel van de Middeleeuwse Hanzesteden als de restauratie van de voormalige DDR in mijn ogen zeer duidelijk tot leven brengt; deze sfeer wil ik ook in deze stukjes aangeven. Er zijn al veel uitgebreide routebeschrijvingen en -ervaringen van de Hanzeroute, ieder met zijn persoonlijk indrukken. Wij hebben drie jaar genoten van een tocht die volledig aan onze verwachtingen voldeed.

zondag 25 mei 2008

Rote Jacke suchen Schlösser

Tafeltjes
KrompraotersIn 2007 ving onze 100 Schlössertocht, na een vertraagde aanvoer door de NS, aan op Camping Meibock (what's in a name) nabij Bad Bentheim. BB leverde ons het eerste kasteel en we belandden onder de laatste zonnestralen van onze vakantie op een Bauernmarkt met bier en blaaskapel. De toon was gezet.
De volgende ochtend zwierven we naar Ochtrup, waar we een nakomend jasje oppikten en dreven naar Greve. Omdat de tent van Marc nog immer niet bestand was tegen vocht overnachtte hij in de Campingküche. Verstandig; het bleef regenen en wij konden de volgende ochtend droog ontbijten.

Min of meer droog zetten we naar koers naar Münster. Hier keken we zo lang om ons heen dat we te laat waren om nog te zaal waar de vrede werd getekend nog te kunnen bewonderen. Een gemiste kans derhalve.
Hierna kwamen we echt in de kastelenbuurt met onder meer Lüdinghausen met Burg Vischering en Burg Lüdinghausen. Doorgaand op bospaden bleek de doorgang niet immer eenvoudig maar ons wel te leiden naar Schloss Lembeck.


In het aanpalende restaurant bleken we met onze natte regenkleding niet welkom, maar van het kasteel waren, naar aanschaf van toegangskaart met rhodondendrontoeslag, de tuinen te bezichtigen. Hier bleken druipnatte bloemen hun kleurenpracht niet te verloochenen.
Met nog steeds straffe wind tegen en veel regen arriveerden we bij ons laatste grote Schloss: Anhold. Inderdaad groot. Van kastelen voldaan (in ieder geval 75% van de groep) rolden we naar Netterden. Een lief campinkje met nissenhut voorzien van pingpongtafel, kleurentv, uitzicht op geiten en bijtende pony's en bezorgspaghetti.




Waarna we in Kleef ons allerlaatste gebak eten en ons allerlaatste kasteel bezichtigen en vervolgens in Nijmegen weer de trein naar huis nemen.

donderdag 22 mei 2008

Back to my roots



Het najaar van 2006 was mooi. Dus besloten we nog een paar dagen in mijn geboorteregio te gaan fietsen: West-Brabant. Verstilde weggetjes, kleine plaatsjes als Rucphen, waar in het café iedereen meedenkt waar we op zaterdag kunnen eten, Etten-Leur, met zijn fraai herstijlde centrum, Oudenbosch, waar de basiliek de apotheose is van eermalige centra van katholieke opvoedingsinstellingen en, als trotse afsluiting, Breda, stad in blijvende ontwikkeling.

Het blijft een genoegen in deze streek terug te keren, herinneringen op te halen. Ook als is mijn geboortehuis zodanig verbouwd dat ik het amper meer herken. En wat deert het ook, met dit licht.

maandag 24 maart 2008

Hanzefietstocht (2) - Naar Berlijn


Na uitvoerige correspondentie met Koga Miyata en onze lokale fietsenhandelaar vertrokken we 1 juli 2006 met nieuwe fietsen per trein naar Rostock en om 17.00 uur genoten we op de eerste camping in Neuhaus van een glas bier met uitzicht op onze tent. Dit zou de vakantie worden waarin het begrip Radweg een nieuwe invulling kreeg: al dan niet verhard, al dan niet voorzien van een van vele modellen betonplaten. Op een deel van de route liggen de wegen veelal op dijkjes: als de global warming een beetje doorzet is deze regio weg. Al met al een lieflijke tocht naar Stalsund waar we een extra rondje Rügen inlasten. Mooie stranden, fraaie kliffen, klassieke badplaatsen: mede door het uitstekende weer, dat de hele vakantie zou aanhouden een aangename rondrit. Vermeldenswaard: Königsstuhl, Kap Arkona en Gager als uitzichtspunten, de Rasender Roland, het Eisenbahn Museum Rügen en de Wittower Fähre in de transportsector en het Dokumentations Zentrum Prora, de eerste poging tot massatourisme.
Nadat het pontveer met plakband was gerepareerd staken we over naar Usedom. En wederom kwam de historie tot leven: Peenemünde kent, naast het Flughafen Museum nog een Bettenmuseum. En het Historisch-Technische Informationszentrum waar onder andere de ontwikkeling van het Duitse raketsysteem (V1, V2 etc.) en de verschrikkingen van Kamp Dora, waar van de duizenden tewerkgestelde krijgsgevangenen bijna niemand overleefde, worden weergegeven.
We verlieten Usedom via het pontje van Karnin, de restanten van de voormalige Eisenbahnhubbrücke passerend, richting Unterückersee. Een waarlijk fantastisch natuurgebied, half moeras, dat min of meer wordt teruggegeven aan de natuur.

Enkele dagen later besloten we, op aanraden van een Berlijns echtpaar op het terras van een restaurant dat toebehoorde aan de voormalige kok van Honecker, onze route te verleggen van Frankfurt am Oder ("da gibt es gar nichts") naar Berlijn: we hadden voldoende natuur gezien. En de nieuwe route Berlin-Usedom was zojuist geheel voltooid zodat oriëntatie geen problemen opleverde.
Eisenbahnhubbrücke
Ons kampement werd opgeslagen bij Liepnitz, het woongebied van bijna de volledige voormalige DDR-top. Van hieruit was Berlijn, ook voor onze fietsen, eenvoudig per trein en S-Bahn te bereiken. Zodat we met veel plezier onder de Brandenburger Tor doorreden. Het bleek dat onze herinneringen van 4 jaar tevoren nog actueel waren: Berlijn bruist. De dagen vlogen ook hier om met museumbezoek, bezichtigingen en andere zaken die het leven in een grote stad aangenaam maken. De thuisreis was niet geheel naar genoegen: de trein van Berlijn naar Rostock was overvol (eigen schuld, Regionalbahnen zijn, zeker in het weekeinde overvuld),het publiek zeer luidruchtig en de reis Rostock naar huis was ook minder ontspannend dan de heenreis. Hetgeen overigens de impressies van een geweldige tocht niet deerde: wat een fraaie route.

De Rode Jasjes in Vlaanderen


Na het succes van vorig jaar dachten we dat "De Rode Jasjes" wel naar het buitenland zou mogen. Dat werd dus Vlaanderen.
Treinend naar Maastricht en dan naar Tongeren. Onderweg, zeer tot genoegen van Marc, de Commanderij van de Duitse Orde in Alden Biesen bezichtigend. En in de namiddag de voormalige gevangenis in Tongeren, waar trouwfoto's werden gemaakt in een cel. De eigenaresse van het B&B verwees ons naar een restaurant waar we niet echt voldaan vandaan kwamen en 's avonds zagen we het songfestival dat gewonnen werd door de lelijkste groep.



Brouwerij Kerkom lijkt onze laatste droge stop. Nabij Leuven, waar brouwerij Domus gesloten blijkt, vinden we een volkomen verlaten, volledig functionerende camping waar blijkt dat de tent van Marc niet waterdicht is. Hij slaapt de volgende dag overdekt.
Onder Brussel door het Zoniënwoud, een bos met geasfalteerde fietspaden, naar Beersel. Hier blijkt het restaurant van de 3 Fonteinen gesloten, maar als we rond 21.30 uur de brouwerij passeren worden we genood voor een korte rondleiding met proeverij en demonstratie vaten reinigen. Overnachting hier vanzelfsprekend bij De Ware Vrienden Der Verre Drachten, waar zondagmorgen de duiven in hun manden vriendelijk koeren.

Via Geraardsbergen, waar na de mattetaarten 2 jonge helden De Muur bedwingen, op weg naar Oudenaarde. Op de camping hier, net als overigens bij de vorige, staat het water net onder de bovenzijde van het gras. Niet tot ieders genoegen. Maar het Centrum Ronde van Vlaanderen doet veel leed vergeten.

De volgende dag gaat de standaard regen over in stortbuien. Als we in Rimeir aankomen horen we buiten onze gastheer al bulderen van de lach bij het zien van zijn natte gasten. Onze tenten komen derhalve niet in de tuin te staan maar in de garage te hangen. En ook wij worden gedroogd en verzorgd.
Op retourroute lijkt het weer te beteren. Op onze vaste aanlegplaats in Viersem, waar het water nog immer bruin uit de kraan komt, krijgen we onze laatste bui. Waarna we zonnig, via brouwerij De Roos in Hilvarenbeek, weer in 's-Hertogenbosch terugkeren. En op het terras van De Deugniet halen we nog rijkelijk herinneringen terug aan de hellingen van de Vlaamse Ardennen en de, al dan niet oude, kastelen. Want daar gingen we uiteindelijk voor.

woensdag 27 februari 2008

Hanzefietstocht (1) - Naar Rostock

Beschrijvingen van de Hanze fietsroute zijn er vele: de officiële website biedt een redelijk overzicht. Hier in het kort wat ons het meest is bijgebleven.
Na de aanloop: onze treinreis naar Emmen, in juli 2005, was er een met hindernissen: op een deel van het traject geen trein, binnen 1 kilometer vanaf de start de eerste lekke band en een erg vol boemeltje met reizigers die vonden dat we niet meer in de trein pasten. De conducteur vond dat dat overigens wel ging. En zo begonnen we gevieren de route in Bourtange: een route die achteraf eigenlijk uit drie delen zou blijken te bestaan: de Noordduitse laagvlakte, de Hanzesteden vol historie en baksteen en de "stranddagen" aan de Oostzee. Daar zouden er het volgend jaar nog meer van komen.
Opmerkenswaardig aan de Noordduitse laagvlakte voor ons waren de Transrapid Versuchsanlage Emsland (TVE) (ik heb wat met treinen), het voorzieningenniveau van fietspaden, Bremen, een stad vol contrasten, Stade, waar we eigenlijk voor de eerste keer werden geconfronteerd met een Hanzestad zoals ik me die voorstelde. En natuurlijk "das Alte Land", een regio die vanaf de 12e eeuw is ingepolderd door Hollandse boeren.
Bremen fascineerde omdat elke periode in de Duitse geschiedenis hier zijn sporen heeft nagelaten, Stade was de eerste plaats met een volledig baksteengothiekgeörienteerde binnenstad, voor ons de gezichtsbepalende uitstraling van een klassieke Hanzestad, het Alte Land is een grote, fraai verzorgde, boomgaard. Hier ook mijn traditionele Koga-panne: het stuur was links plotseling 5 cm lager dan rechts. Tot grote schrik van mijn fietsenhandelaar bij thuiskomst.



Voor mij begon, na een aangename aanlooproute, de Hanzeroute echt in Lüneburg. Misschien omdat hier, door een bezoek aan het zoutmuseum, de geschiedenis van een handelsorganisatie tot leven kwam in plaatsen met een historische bebouwing. De combinatie Lüneburg - Lübeck, productiestad en handelshaven, 28 vaardagen van elkaar verwijderd, is uiterst boeiend. En in Lübeck, met vanzelfsprekend veel aandacht voor Thomas Mann, begon de echte overvloed aan kerken; het woord baksteengothiek werd volledig en uitgebreid in beeld gebracht.

Rustig peddelden we daarna verder. Bij Travemünde op de pier de eerste ontmoeting met de Oostzee, een grote bak water zonder getij, en kort daarna waren we in de voormalige DDR.



Hoewel de Wende toch al enige jaren achter ons lag, was het verschil, zeker buiten de stedelijke gebieden, aanmerkelijk. Op de voormalige patrouillewegen, die we zo snel mogelijk verlieten, vraag je je wel af waar de grenswachten 's-nachts op die hobbelpaden over spraken. De toenadering van de, ook vermeldenswaardige, camping in Zierow over strand en door bosschages, moet worden geroemd. We weten nog steeds niet of dit wel de juiste weg was...
Wismar bood de leden van het Bosch keldergenootschap een verrassing door een tentoonstelling onder het Raadhuis. En het desolate havenlandschap: de verstilling van industriële archeologie. In Bad Doberan, waar we onze vakantie besloten met enkele stranddagen, vulde Molli thuis vele pagina's in mijn vakantiealbum. En we fietsten nog naar Rostock om onder meer de laatste verblijfplaats van Hugo de Groot en het Hausbaumhaus te bekijken.

vrijdag 8 februari 2008

Hanzefietstocht (0) - De aanloop


Het is Michaël nooit verteld, maar we hebben de Hanzeroute niet helemaal gefietst. En hier is een deel van het waarom.
Vol enthousiasme vertrokken we op een mooie dag in Mei om in Zaltbommel officieel te beginnen. Vol goede moed, met een goed humeur, de zon scheen, droog derhalve en de matige wind schuin van achter. Sommige delen van deze opsomming zouden tijdens de route anders worden.
We hadden allen onze eigen redenen om deze route te doen: Marc om havezaten en kastelen te bekijken, Frits wilde gewoon graag fietsen en Loeki en ik begonnen aan een fietstocht waar we weer 3 jaar vakantieplezier aan wilden hebben.
De tweede dag strandden we in Doesburg, waar de lokale fietsenhandelaar op zaterdag op 4 uur in de middag nog binnen- en buitenbanden vervangt en waar een uitstekend Italiaans restaurant veel beter is dan hun website.
Tot aan Zutphen hadden we alleen storm tegen en af en toe een bui, maar eenmaal in deze stad hebben we noodgedwongen geluncht onder de stadspoort, waar passanten verbijsterd naar onze brander keken.
Hoewel het water net niet boven het gras uitkwam, kampeerden we toch maar niet in Deventer. Wel had ik hier mijn traditionele Koga-panne. Geen cursus bij Marten Gerritsen gevolgd hebbend draaide de bewaker in de Stationsrijwielstalling mijn spaken gewoon allemaal lekker strak, zodat ik mijn achterrem maar losmaakte. Zwabberend bereikten we Terwolde, waar we 's-ochtends wakker werden in een witte rijpwereld. Op de Kamper camping mochten we zelf een droge kampeerplek zoeken. Hierna een van de mooiste delen van de tocht: door de Wieden en Weerribben.
In Ossenzijl besloten we dat we genoeg hadden van tegenwind: we verlieten de route; oostwaarts, via Dwingelo, waar we waarschijnlijk de eerste klanten waren die hun voedsel in de afhaalpizzeria ter plaatse nuttigden (we moesten wel, daar was het warm en droog). Een vriendelijke campingbaas in Orvelte gaf ons een speciaal plaatsje uit de wind. Nabij Coevorden troffen we de fraaiste camping die we hebben geslapen: De Vlindertuin. En vervolgens naar Losser. Geweldig, omdat deze dag de zon scheen en we de middag doorbrachten in Steenfabriek De Werklust. Een aanrader; wat een enthousiaste mensen. En daarna via Enschede weer met de trein naar huis.

Nog even terugkerend naar ons oorspronkelijk doel, de Hanze fietsroute: het deel dat we hebben gereden, geen pontveer over Waal en IJssel missend, langs prachtige oude plaatsen, met geweldige uitzichten, heeft ons zo enthousiast gemaakt dat we enkele maanden later vol verwachting begonnen aan de Grote Trek Oostwaarts. Hopend op betere weersomstandigheden. En omdat het fototoestel bij slecht weer toch in de tas blijft, worden onze herinneringen achteraf steeds mooier.

woensdag 6 februari 2008

Fiets- en Wandelbeurs



Goed dat Carnaval in Oeteldonk pas op zondagmorgen begint. Zo konden we toch nog naar de Fiets- en Wandelbeurs. Waar we ons wel vermaakt hebben. De informatie waar we naar op zoek waren bleek of al in ons bezit (te ijverig) of niet aanwezig (ze waren al op de Vakantiebeurs). De lezing die we erg graag hadden bijgewoond bleek vol (GPS, een onderwerp dat héél veel belangstelling heeft). Maar het is aangenaam verpozen te midden van enthousiaste mensen en fraaie fietsen, links en rechts een praatje makend. En met redelijk wat informatie, met name over kortere tochten in de regio, keerden we terug naar ons geel-wit-rode dorp, waar Knillis nog stond te wachten op zijn onthulling.

dinsdag 22 januari 2008

Naar Rome (3) - Van Florence naar Rome


Weer ruim een jaar later hebben we een bus, aanhanger en 2 chauffeurs voor onszelf als we terugkeren naar Florence. Onderweg spoelen we bijna van de Autobahn, maar eenmaal in Italië stijgt de temperatuur naar 30 C en zal daar niet meer onder komen. Hetgeen het hellingklimmen niet vereenvoudigt maar wel voor mooie vergezichten bovenop die hellingen mogelijk maakt. Vaak vanaf een beschaduwd terras.




De route bleek waarlijk tot leven te brengen van wat ik in opleiding en leesstof over Italië heb opgepikt. In het eerste deel zien we overal Etruskische relicten, zoals de grafheuvel bij Castellina, uitgravingen in Orvieto, en, voor ons een hoogtepunt, het museum in Chiusi. Oog in oog met afbeeldingen uit boeken!
En daar tussenin Le Crete. Hier is de oogst al binnengehaald. Een oogverblindend kleurenschema: wit van de krijtrotsen, donkergroen van de cipressen en zwart van het asfalt en felblauw van de lucht steken fel af tegen het goud van de golvende akkers, geploegd door ratelende bulldozers


Onze weg naar Rome, de westelijke Benjamins' route, voert ons langs steden als Sienna (€ 12 voor cola, maar dan mag je ook de rest van de middag blijven zitten op een van de mooiste pleinen van Europa), waar we daags na de Palio arriveren omdat eerder geen onderdak is te vinden, Orvieto, waar we aan de voet van de stad kamperen op een camperpark, Viterbo, een voormalige pauselijke residentie, en, voor ons een ontdekking, het volkomen middeleeuwse Ronciglione, met een eigen variant op de Palio.

Tien dagen na ons vertrek arriveren we tenslotte in Rome, de bekroning van drie jaar fietsvakantie. Toch wel een moment voor overpeinzing. We kunnen hier negen dagen blijven, niet genoeg dus. Een hele dag in en op de Sint Pieter, een hele dag op het Forum Romanum, onthaast slenteren door de stad. Het graf van de schutspatroon van het Bosch Kelder Genootschap, Philippus Neri, doet ons een moment aan thuis denken. Indrukwekkend is de macht die kerk en kerken uitstralen en het idee dat bijna elke steen die we zien duizenden jaren in gebruik is. Levende geschiedenis.



En voor het heden: waar we twee weken naar hebben uitgezien: we worden ontvangen door Marijn en Inge, die hun schoolexcursie aan Rome op eigen tempo overdoen, onder meer racend op het Circus Maximus.


Met de stellige intentie terug te komen laten we ons per trein in drie uur terug voeren naar Florence. Ditmaal ontbreekt de rij bezoekers voor het Uffizi-museum. En in de bus terug denken we na over komende tochten.