maandag 24 maart 2008

Hanzefietstocht (2) - Naar Berlijn


Na uitvoerige correspondentie met Koga Miyata en onze lokale fietsenhandelaar vertrokken we 1 juli 2006 met nieuwe fietsen per trein naar Rostock en om 17.00 uur genoten we op de eerste camping in Neuhaus van een glas bier met uitzicht op onze tent. Dit zou de vakantie worden waarin het begrip Radweg een nieuwe invulling kreeg: al dan niet verhard, al dan niet voorzien van een van vele modellen betonplaten. Op een deel van de route liggen de wegen veelal op dijkjes: als de global warming een beetje doorzet is deze regio weg. Al met al een lieflijke tocht naar Stalsund waar we een extra rondje Rügen inlasten. Mooie stranden, fraaie kliffen, klassieke badplaatsen: mede door het uitstekende weer, dat de hele vakantie zou aanhouden een aangename rondrit. Vermeldenswaard: Königsstuhl, Kap Arkona en Gager als uitzichtspunten, de Rasender Roland, het Eisenbahn Museum Rügen en de Wittower Fähre in de transportsector en het Dokumentations Zentrum Prora, de eerste poging tot massatourisme.
Nadat het pontveer met plakband was gerepareerd staken we over naar Usedom. En wederom kwam de historie tot leven: Peenemünde kent, naast het Flughafen Museum nog een Bettenmuseum. En het Historisch-Technische Informationszentrum waar onder andere de ontwikkeling van het Duitse raketsysteem (V1, V2 etc.) en de verschrikkingen van Kamp Dora, waar van de duizenden tewerkgestelde krijgsgevangenen bijna niemand overleefde, worden weergegeven.
We verlieten Usedom via het pontje van Karnin, de restanten van de voormalige Eisenbahnhubbrücke passerend, richting Unterückersee. Een waarlijk fantastisch natuurgebied, half moeras, dat min of meer wordt teruggegeven aan de natuur.

Enkele dagen later besloten we, op aanraden van een Berlijns echtpaar op het terras van een restaurant dat toebehoorde aan de voormalige kok van Honecker, onze route te verleggen van Frankfurt am Oder ("da gibt es gar nichts") naar Berlijn: we hadden voldoende natuur gezien. En de nieuwe route Berlin-Usedom was zojuist geheel voltooid zodat oriëntatie geen problemen opleverde.
Eisenbahnhubbrücke
Ons kampement werd opgeslagen bij Liepnitz, het woongebied van bijna de volledige voormalige DDR-top. Van hieruit was Berlijn, ook voor onze fietsen, eenvoudig per trein en S-Bahn te bereiken. Zodat we met veel plezier onder de Brandenburger Tor doorreden. Het bleek dat onze herinneringen van 4 jaar tevoren nog actueel waren: Berlijn bruist. De dagen vlogen ook hier om met museumbezoek, bezichtigingen en andere zaken die het leven in een grote stad aangenaam maken. De thuisreis was niet geheel naar genoegen: de trein van Berlijn naar Rostock was overvol (eigen schuld, Regionalbahnen zijn, zeker in het weekeinde overvuld),het publiek zeer luidruchtig en de reis Rostock naar huis was ook minder ontspannend dan de heenreis. Hetgeen overigens de impressies van een geweldige tocht niet deerde: wat een fraaie route.

De Rode Jasjes in Vlaanderen


Na het succes van vorig jaar dachten we dat "De Rode Jasjes" wel naar het buitenland zou mogen. Dat werd dus Vlaanderen.
Treinend naar Maastricht en dan naar Tongeren. Onderweg, zeer tot genoegen van Marc, de Commanderij van de Duitse Orde in Alden Biesen bezichtigend. En in de namiddag de voormalige gevangenis in Tongeren, waar trouwfoto's werden gemaakt in een cel. De eigenaresse van het B&B verwees ons naar een restaurant waar we niet echt voldaan vandaan kwamen en 's avonds zagen we het songfestival dat gewonnen werd door de lelijkste groep.



Brouwerij Kerkom lijkt onze laatste droge stop. Nabij Leuven, waar brouwerij Domus gesloten blijkt, vinden we een volkomen verlaten, volledig functionerende camping waar blijkt dat de tent van Marc niet waterdicht is. Hij slaapt de volgende dag overdekt.
Onder Brussel door het Zoniënwoud, een bos met geasfalteerde fietspaden, naar Beersel. Hier blijkt het restaurant van de 3 Fonteinen gesloten, maar als we rond 21.30 uur de brouwerij passeren worden we genood voor een korte rondleiding met proeverij en demonstratie vaten reinigen. Overnachting hier vanzelfsprekend bij De Ware Vrienden Der Verre Drachten, waar zondagmorgen de duiven in hun manden vriendelijk koeren.

Via Geraardsbergen, waar na de mattetaarten 2 jonge helden De Muur bedwingen, op weg naar Oudenaarde. Op de camping hier, net als overigens bij de vorige, staat het water net onder de bovenzijde van het gras. Niet tot ieders genoegen. Maar het Centrum Ronde van Vlaanderen doet veel leed vergeten.

De volgende dag gaat de standaard regen over in stortbuien. Als we in Rimeir aankomen horen we buiten onze gastheer al bulderen van de lach bij het zien van zijn natte gasten. Onze tenten komen derhalve niet in de tuin te staan maar in de garage te hangen. En ook wij worden gedroogd en verzorgd.
Op retourroute lijkt het weer te beteren. Op onze vaste aanlegplaats in Viersem, waar het water nog immer bruin uit de kraan komt, krijgen we onze laatste bui. Waarna we zonnig, via brouwerij De Roos in Hilvarenbeek, weer in 's-Hertogenbosch terugkeren. En op het terras van De Deugniet halen we nog rijkelijk herinneringen terug aan de hellingen van de Vlaamse Ardennen en de, al dan niet oude, kastelen. Want daar gingen we uiteindelijk voor.